In gesprek met Agnes Joseph 'Keep it Smart & Simple'

Interview
15-10-2024
Agnes Joseph
Financial Assets Actuarial Executive Search
Agnes (44) is vanaf december 2023 lid van de Tweede Kamer voor Nieuw Sociaal Contract, waar ze de onderwerpen/dossiers Pensioenen, Zorg en Financiën in haar portefeuille heeft. Anno Bousema sprak met haar onder meer over haar contrabas, Rob Kaas, maatschappelijk engagement, uiteraard pensioenen, Pieter Omtzigt en de Tweede Kamer.

Agnes (44) is vanaf december 2023 lid van de Tweede Kamer voor Nieuw Sociaal Contract, waar ze de onderwerpen/dossiers Pensioenen, Zorg en Financiën in haar portefeuille heeft. Daarvoor was ze Master Actuaris bij Achmea, bestuurslid van het Pensioenfonds DNB, docent voor het Actuarieel Instituut en de SPO, Expert actuaris bij PGGM, Senior Actuaris bij Syntrus Achmea Pensioenbeheer, Actuaris schadeverzekeringen bij Achmea, onderzoeker aan de Universiteit van Amsterdam en ALM adviseur schadeverzekeringen bedrijven bij Centraal Beheer. Voorts vervulde ze de rol van redacteur bij het Pensioenmagazine, schreef ze jaarlijks een hoofdstuk in boek Pensioenactualiteiten, was ze onderzoeker bij Netspar, columnist bij Pensioenpro en het Koninklijk Actuarieel Genootschap en spreker op vele congressen en seminars.
Agnes werd afgelopen 3 oktober door de vakjury en het publiek, mede vanwege haar positionering als actuaris in het publieke domein, verkozen tot Actuaris van het Jaar 2024. Deze prijs won ze ook al in 2018.  

Interview: Anno Bousema, partner Financial Assets Actuarial Executive Search.
Dit is het 24e interview in een reeks van 25 persoonlijke gesprekken met actuarieel professionals, die gepubliceerd worden op actuaris.nl en LinkedIn.

Roodgloeiende telefoon

Uw correspondent heeft met Agnes voor de lunch afgesproken in restaurant De Korte Duinen in Soest, op fietsafstand van haar huis. Het is een zonovergoten en tropische dag, we verkiezen vanzelfsprekend een plek op het terras. Het is niet haar eerste lunch deze week, want, dat heeft ze al snel geleerd in de politieke arena van Den Haag, er zijn daar veel culinaire momenten: ontbijten, kopjes koffie, lunches, borrels en diners. De wine and dine cultuur maakt een vast onderdeel uit van het vele netwerken; zien en gezien worden. “Als je niet oppast, dan groei je helemaal dicht”, verzucht Agnes. Tijdens ons interview zet ze haar telefoon bewust uit. “Sinds mijn start in de Tweede Kamer eind vorig jaar is mijn telefoongebruik ontploft, hij staat regelmatig roodgloeiend. Er is veel onderlinge communicatie want er spelen veel onderwerpen en dossiers.” Er wordt tussen politici lustig op los geappt, gemaild en getwitterd.  
Het wordt een open en boeiend gesprek, waarin voor mij -nog meer dan ik vooraf al inschatte- duidelijk wordt dat Agnes in haar doen en laten gedreven wordt door een grote maatschappelijke betrokkenheid en doorleefde verantwoordelijkheid, die zijn oorsprong kent in haar jeugd. Haar focus ligt vooral op het specifieke domein van pensioenen. Ze staat aan de kant van de deelnemers en wil voor hen een zo stabiel mogelijke en waardevaste oudedagsvoorziening zien te bereiken. Daar staat ze op haar eigen markante en authentieke manier pal voor in de arena van de Tweede Kamer. Dat ze daar nu als volksvertegenwoordiger staat en mag staan, verwondert en verbaast haar nog elke dag. We volgen haar weg naar politiek Den Haag, maar beginnen in Amsterdam, waar ze het levenslicht zag en haar wieg in een studentenhuis stond.         

Hoge arbeidsmoraal

Ze was de eerste boreling in het studentenmilieu van haar ouders in Amsterdam. Waar veel ouders tegenwoordig hun 1e kindje pas rond of na hun 30ste levensjaar krijgen (de gemiddelde leeftijd van een vrouw in Nederland is op dit moment 30,3 jaar bij de geboorte van het eerste kind) waren haar ouders er dus vroeg bij. Haar vader studeerde economie en haar moeder rechten. Uiteindelijk verhuisde het jonge gezin naar Zoetermeer. En niet veel later belandde Agnes met haar ouders in Amersfoort waar ze ook nog een broertje kreeg en haar hele jeugd is blijven wonen. Haar ouders werkten allebei hard, haar vader in diverse directeursfuncties bij verschillende bedrijven en haar moeder in haar eigen adviesbureau. Met Agnes broer , die in de IT werkt, heeft ze een goede band. Ze ziet hem in bepaalde perioden wel 5 keer in de week om samen te sporten in de sportschool. Maar soms ziet hem ook een hele tijd weer niet, dat gaat op en neer. 
 Hun carrière was voor de ouders van Agnes erg belangrijk, haar vader en moeder waren harde en ambitieuze werkers. Deze hoge arbeidsmoraal heeft Agnes van haar ouders mee gekregen, “Ja, ik ben ook best ambitieus, gedreven en perfectionistisch”, om lachend te vervolgen: “Ik geeft het toe, dat kan ook doorslaan naar zelfs soms fanatiek, ik bijt me dan stevig vast in voor mij belangrijke issues.” Agnes ouders waren in verband met werk relatief veel van huis en daardoor ontwikkelde ze al vroeg een grote mate van zelfstandigheid. Er kwamen veel vriendinnen over de vloer. “Erg gezellig, samen huiswerk en muziek maken, heerlijk koken.” Ook haar schoolcarrière heeft ze grotendeels zelf bepaald en vormgegeven. “Ik ben gewend mijn eigen plan te trekken en zelf keuzes te maken.” Waar Agnes het in haar professionele domein vooral moet hebben van haar hoofd (en hart zoals we later zullen zien) is haar levenspartner vooral bezig met zijn handen, haar man is namelijk meubelmaker. Samen hebben ze 2 kinderen van intussen alweer 16 en 18 jaar, de tijd vliegt…. 

Contrabas 

 Met leren op school heeft Agnes nooit problemen gekend, dat ging allemaal vanzelf en super goed, haar schoolprestaties waren uitmuntend. Huiswerk behoefte ze nagenoeg niet te maken, en dat betekende dat er veel tijd was voor andere uithuizige activiteiten. Ze werd lid van scouting en ging op volleybal. Maar haar grote liefde werd de klassieke muziek. Ze koos nog voor haar 10e levensjaar (sic!) voor een best groot instrument: de contrabas. Is de keuze van haar voor juist dit bijzondere instrument symbolisch? Is hier een analogie op zijn plaats met de latere keuzes in haar leven en loopbaan? De contrabas legt het fundament en draagt daarmee een muziekstuk en de contrabas laat soms ook een tegengeluid horen. Dat Agnes ook in de muziek getalenteerd was bleek al gauw: ze kwam in de jong talentenklasse van het conservatorium terecht en mocht na een succesvolle auditie bij het Jeugd Orkest Nederland (JON) komen spelen, een grote eer. In deze kweekvijver van jong veelbelovend talent kon ze zich oriënteren op een toekomst als professioneel musicus. Wat Papendal is voor jonge topsporters, is het JON voor jonge topmusici. Later nam ze ook deel aan het Nationaal Jeugd Orkest (NJO). Naast de reguliere repetities in weekenden en vakanties (de jonge muzikanten komen vanuit het hele land) ging ze in schoolvakanties op reis met de jeugdorkesten om concerten in het buitenland te geven. “Vooral een tournee naar Japan is me in het bijzonder bijgebleven, we zaten in gastgezinnen en beleefden de cultuur heel intens, dit soort ervaringen hebben mijn blik enorm verruimd.” Omdat ze veel tijd en energie in de muziek wilde investeren, koos ze om tijd over te houden na een paar jaar bewust voor het VWO en stopte met het gymnasium met twee extra klassieke talen in het curriculum. Het VWO ging haar makkelijk af, vooral de bètavakken. Op haar examen-eindlijst schitterden 10-en en zelfs een 10+. Na afronding van de middelbare school stond ze voor de keuze om door te gaan met haar muziekopleiding of een exacte universitaire studie. Al snel kwam ze tot de conclusie dat een toekomst in de muziek er voor haar niet inzat, ze schatte de kansen in de muziek op een succesvolle en betekenisvolle carrière laag in. Immers, het is maar weinigen gegeven het podium te bereiken, ondanks hard en vele jaren studeren. Het 10.000 uren principe dat je nodig hebt om de top te bereiken werkt slechts voor enkele getalenteerde musici die de status van solist bereiken. Het hoogst haalbare is en ook nog eens met het nodige geluk, er is namelijk veel concurrentie, is voor een klein aantal musici een plaats als bassist in een goed orkest. Maar veel musici eindigen in een rol als docent en daar had Agnes helemaal geen zin in. Ze kiest daarom na ampele overweging voor de pragmatische en toepassingsgerichte studie actuariële wetenschappen. Een alternatief was nog apotheker worden, maar die studie duurde 9 jaar en dat vond ze veel te lang. En er gloorden hogere doelen aan de maatschappelijke horizon…, die ze met de studie actuariaat beter na kon streven.

Rob Kaas en de moeilijke tentamenopgaven van Marc Goovaerts

Tijdens de open dag van UvA voor de studie Actuariaat, Econometrie en Operational Research ontmoette ze de voor vele lezers vermaarde hoofddocent Schadeverzekeringen Rob Kaas en actuaris Tom Veerman. De ontmoeting met deze twee vermaarde actuariële kanonnen inspireerde haar zich in te schrijven voor de studie Actuariële Wetenschappen. Ze wist dat ze het eerste jaar ingewijd zou worden in drie vakgebieden: econometrie, ORM en actuariaat, waarna een keuze zou volgen voor een van deze drie studierichtingen. Agnes had vooraf de keuze voor actuariaat echter al gemaakt, maar besloot dat na het eerste jaar te combineren met econometrie. Tijdens haar studie, die haar opnieuw gemakkelijk afging, heeft ze les gehad van de vermaarde professoren Henk Wolthuis (Levensverzekeringen), Mark Goovaerts (Schadeverzekeringen) en Bob Alting von Geusau (Pensioenen en Sociale Verzekeringen). Zij hebben vele generaties actuarissen opgeleid. Een grappige anekdote is die van de super moeilijke en taalkundig zeer stijlvol geformuleerde tentamenopgaven die Marc Goovaerts maakte; hij verloochende zijn Belgische afkomst met zijn soms gebeeldhouwde zinnen niet. Rob Kaas, die de tentamens afnam, want Marc was vaak op de universiteit in Leuven waar hij ook een leerstoel had, kwam vaak stilletjes naar Agnes toe om te vragen wat zij dacht dat Marc nou precies bedoelde met deze en gene soms ondoorgrondelijke opgave. Agnes studeerde voor zowel Actuariaat als Econometrie cum laude af met een gemiddelde van een 9,5. Naast haar studie was ze actief binnen de studentenvereniging VSAE, waar ze activiteiten organiseerde en ook een tijdlang redacteur was van het tijdschrift Aenorm. Agnes werd al gauw na de afronding van haar studie gevraagd of ze in aanmerking wilde komen voor een promotieplaats, men wilde haar graag voor de universiteit behouden. “Ik heb toen nog even op de universiteit gewerkt en nog een Master economie gehaald. Op de universiteit leerde ik ook Pieter Omtzigt kennen, want hij werkte daar ook en we deelden een werkkamer. Maar al snel kwam ik er achter dat puur en alleen wetenschap niet voor mij was. Ik wilde mijn kennis toepassen en daar iets moois mee doen voor de samenleving, dat kon ik in mijn ogen beter bereiken in de praktijk, handen uit de mouwen!” 

Achmea

Bert van Kate vroeg haar om te komen werken bij Achmea. Daar is ze op ingegaan en zo kwam ze in 2003 in het actuariële schade domein terecht bij Centraal Beheer Bedrijven. Toen al werkte ze aan modellen om klimaatrisico’s in te schatten en bijbehorende schades, maar bijvoorbeeld ook aan modellen om in te schatten hoeveel impact en schade Nederland nog van asbest konden verwachten. Van het werkgebied schade wisselde ze naar pensioenen en kwam terecht bij Interpolis, later Achmea. Eerst bij vermogensbeheer, vooral gericht op het adviseren van pensioenfondsen. Veel werk aan de winkel, dynamiek, een intensieve tijd, het regende veranderingen op het terrein van wetgeving. De politieke invloed was groot, voor Agnes bijster interessant, ze ging er helemaal in op. In de periode van de financiële crisis, we schrijven de jaren 2008 en daarna, kwam de fase van de herstelplannen. Agnes heeft daar stevig aan meegewerkt en ontwikkelde voor haar klanten een model op maat. Waar haar afdeling eerst het model van Ortec gebruikte, werd dat vervangen door het door Agnes ontwikkelde model, waarmee ze makkelijker maatwerk kon leveren voor haar klanten. Agnes en haar visie en werk begonnen ook buiten Achmea op te vallen. Ze werd door de Pensioenfederatie en ook Netspar gevraagd mee te denken over de actuele pensioendossiers. Als specialist kwam ze zo ook in aanraking met de politiek en bezocht regelmatig de 2e Kamer, waar ze ook Pieter Omtzigt weer tegenkwam. “Bij alles wat ik doe, ga ik op basis van (wetenschappelijk) onderzoek en de praktijk uit van het belang van de deelnemers.” Het welzijn van mensen, het algemeen maatschappelijk belang is voor haar leidend en een belangrijke drijfveer. Langzamerhand bemerkte ze echter dat de wetgeving haar idealen steeds meer belemmerde. Het werd tijd voor iets nieuws… 

Pieter Omtzigt

Het was de oprichter van Nieuw Sociaal Contract zelf die haar vroeg of ze mogelijk in de Tweede Kamer wilde zitten als hij een partij zou oprichten. Ze kende Pieter Omtzigt zoals al eerder aangegeven al langer, sinds haar tijd aan de UvA, en heeft sindsdien altijd contact gehouden. Agnes kwam in de herfst van 2023, na een uitgebreide sollicitatieronde, op plaats 8 van de lijst NSC terecht en werd na het uit het niets behalen van 20 zetels door NSC bij de Tweede Kamerverkiezingen in november van 2023 in onze volksvertegenwoordiging gekozen. Ze heeft focus op 3 dossiers: financiën, pensioenen en zorg. Ze geniet met volle teugen van haar politieke werk, er is een nieuwe wereld voor haar open gegaan, waar ze stap voor stap ingroeit. Ze heeft al veel geleerd, is trots op wat ze tot u toe bereikt heeft, maar ze ervaart ook een schaduwkant. Want in de schijnwerpers van de politieke arena word je geconfronteerd met intimidatie en haatmails, soms zelfs uit onverwachte hoek. Ze vindt het lastig om daarin te manoeuvreren. “Je moet aan de ene kant een olifantshuid ontwikkelen, maar aan de andere kant moet je je hart voelen en zacht blijven.“ De verruwing van het werk als Tweede Kamerlid heeft er toe geleid dat er zelfs trainingen zijn voor parlementariërs hoe om te gaan met intimidatie en bedreiging. “Ik ben van nature wel positief ingesteld, maar ik moet wel zeggen dat mijn blik op de mensheid door deze ervaringen wel wat is veranderd, helaas.” Ze was blij dat ze op de Dag van de Actuaris begin van deze maand weer even uit de Haagse arena naar buiten mocht en weer tussen haar beroepsgenoten en oud-collega’s van Achmea mocht verkeren. “Uit de bubbel weer een beetje terug met mijn voeten op de gewone werkvloer, onder actuarissen.” Want daar is haar ambitie en maatschappelijke gedrevenheid uiteindelijk begonnen. En haar missie is duidelijk: de WTP, het nieuwe pensioenstelsel zo goed mogelijk maken en bijsturen waar mogelijk. Allemaal gericht op een fair, robuust en duurzaam Nederlands pensioensysteem, van waardevolle betekenis voor en in het belang van alle deelnemers.   

Modellen en de kunst afkijken

Agnes raadt jonge actuarissen aan om eerst hun ambacht zeer goed onder de knie te krijgen. “Jouw technisch-inhoudelijke kennis en expertise vormt de basis voor je beroepsuitoefening, besteed daar veel aandacht aan, onderhoud die en blijf je leven lang leren”. “Verdiep je in modelleren en modellen, doorgrond ze en wordt er expert in, daar heb je je professionele leven lang plezier van.”
 Een ander belangrijk advies is om te kiezen voor een werkomgeving met inspirerende andere actuarissen in je directe buurt. Kijk van hen de kunst af, leer van deze voorbeelden en verrijk zo je eigen professionele ambacht en bagage. Het klassieke model van leerling-gezel-meester spreekt haar erg aan. Zo heeft Agnes zelf veel van master actuaris Jan Tamerus (PGGM) geleerd. Maar er zijn ook andere actuariële iconen die ze bewondert: de andere actuarissen van het jaar, maar ook Daan Kleinloog (partner bij Sprenkels en voorzitter van het Koninklijk Actuarieel Genootschap), Wichert Hoekert (WTW), Henk Bets (Confident) en Inge van Zon (KPMG). Ze heeft nog meer goede raad: zoek uit en ervaar waar jouw professionele passie zit, ontdek dat in verschillende werkdomeinen, vind de positie waar je je het meest thuis voelt. Ga op onderzoek uit, verander van plek, blijf bewegen en op een gegeven moment voel je dan vast de ‘klik’ dat je op de juiste plek zit. 
 Toen ze zelf jong en beginnend actuaris was zette ze binnen het Actuarieel Genootschap, samen met Ester Lamerikx, Dirk Jonker en Glennfort Hellement de kring voor jonge actuarissen (Dutch Young Actuarial Professionals ofwel DYAP) op, gericht op netwerken, de uitwisseling van kennis en ervaring en social events. Zelf 20 jaar verder in haar carrière, wil ze de huidige jonge actuarissen ook weer stimuleren en inspireren. “Ik vind het prachtig dat er nu een nieuw opgerichte kring van jonge actuarissen is, de Young Actuaries AG, die een jaar geleden door een aantal enthousiaste en talentvolle jonge actuarissen nieuw leven is ingeblazen. Zij komen binnenkort ook langs voor een excursie naar de Tweede Kamer, ik zie daar naar uit!” 
 En haar eigen kinderen? “Haha, nee, actuariaat gaat het niet worden…. De oudste kiest voor psychologie, de jongste wil richting de IT. Ach ja, je kunt het leven niet voorspellen, ik dacht zelf in de muziek verder te gaan, maar ben nu in de politiek beland. Wie weet…” 
 Als we ons boeiende gesprek afsluiten is haar telefoon intussen alweer volgelopen met appjes en voicemails. “Werk aan de winkel, ik ga eerst Pieter maar eens bellen...”